LE CABARET SECRET
In de verborgen uithoeken van de wereld bestaat er een wezen dat geen enkele kalender kan bevatten: de Meester van de Tijd. Gehuld in een lange mantel geweven uit verdwenen uren en gestolen seconden, doorkruist hij de eeuwen zoals anderen een straat oversteken. Zijn stappen raken de tijdperken, zijn woorden galmen door de gangen van de eeuwigheid.
In het hart van zijn bibliotheek zonder muren of plafond troont een oud boek, zwarter dan de nacht: het Dictionnaire Infernal. Dit toverboek leeft, zijn pagina’s ritselen onder onzichtbare vingers en zijn woorden fluisteren tot wie weet te luisteren. De Meester van de Tijd is zijn bewaker, zijn verteller, de enige die in zijn verhalen kan duiken zonder erdoor verteerd te worden.
Elke volle maan opent hij het verboden boek en vertelt.
De Meester van de Tijd: de acteur
De Meester van de Tijd is een levendig klein mannetje, niet groter dan een oud lessenaartje. Zijn ogen lachen, goudkleurig als horlogewijzers, en zijn stem is een kristallen waterval: elk woord lijkt al een lied.
Hij draagt een pruimenpaarse fluwelen jas geborduurd met gouden spiralen, een te grote broek die opbolt rond zijn opgelapte laarsjes, klaar om in dans uit te barsten bij de minste vingerknip. Zijn hoed is een echte miniatuurkermis, waar minuscule klokbloemblaadjes en mechanische danseresjes — ontstaan uit zijn magie — ronddraaien op het ritme van zijn liedjes.
Ze verlaten hem nooit: soms vormen ze een levende cape, dan weer een troon van wolken voor zijn lyrische uitspattingen. Wanneer hij zingt, volgen hun bewegingen elke noot, elke nuance van zijn stem, en tekenen ze fonkelende krullen in de lucht. Bij elke stap van de Meester van de Tijd lijkt het hele universum zich te herinneren dat muziek en dans zelfs aan het verstrijken van de tijd voorafgaan. Niemand weet of hij zijn danseressen leidt, of zij zijn liederen dragen op hun onzichtbare vleugels.