TOUT IRA BIEN

De dertigjarige Stela reist terug naar Brussel en naar haar moeder, Maria, voor de begrafenis van haar grootmoeder, die een grote rol in haar leven heeft gespeeld. Al snel merkt Stela dat haar moeder veel meer last heeft van angst dan van verdriet. Ze lijkt verward en gedraagt zich gek, bijna paranoïde. Ondanks de gebrekkige communicatie en het grote verdriet probeert Stela haar moeder zo goed mogelijk te steunen.