L’éveil du printemps toont, in een klein provinciestadje met een benauwende sociale controle, het opkomen van het sap bij een twaalftal pubers. Ze ontdekken hun ontluikende seksualiteit en de bijbehorende bevliegingen en angsten; en ze botsen tegen een door de volwassenen opgetrokken muur van onderdrukking, verboden en taboes.
De dood waart rond (abortus, zelfmoord enz.), maar de Man met het Masker, een abstract, allegorisch personage, houdt een oogje in het zeil en laat de levensdriften zegevieren.